Het zuid eiland van Nieuw-Zeeland is totaal anders dan het noord eiland. Meer en hogere bergen, gletsjers en veel minder mensen. Samen met Bart ben ik al meer dan twee weken aan het rondreizen hier. We zijn gaan kajakken in het Abel Tasman park, hebben meerdere grote en kleine hikes gedaan en zijn toen via de west kust naar het zuiden van het eiland gereden. We ‘kamperen’ in onze auto (een Toyota Estima), waar een bed in is gemaakt en een basic keukenblok. Het voelt als een klein huisje en het is ideaal. Je hebt alles bij de hand en je kan op de mooiste plekken staan. Het nadeel van deze mooie afgelegen plekken is dat er zandvliegen zijn, “dracula’s of the south island” genoemd. In onze belevenis erger dan muggen ondanks dat ik me dat van tevoren niet kon voorstellen. A het andere dat Nieuw-Zeeland heeft te bieden maakt het echter meer dan goed.
Halverwege de westkust ligt de Franz Josef gletsjer. Een van de mooiste gletsjers van Nieuw-Zeeland. De gletsjer is momenteel 12 kilometer lang en eindigt op 19 kilometer van de Tasmanzee. Bijna nergens ter wereld vind je een gletsjer die eindigt in een regenwoud of een gletsjer die zo dicht bij de zee ligt. De gletsjer verandert snel. Hij beweegt elke dag 1 tot 1,5 meter. Dat is een van de redenen dat je zonder gids de gletsjer niet op mag. Omdat we de gletsjer graag op wilde hebben we een heli-hike geboekt. Met de helikopter naar de gletsjer en vervolgens met een gids een hike van 3 uur. Uiteraard met crampons/ijzers onder onze schoenen om je niet wil uitglijden op de gletsjer. Een geweldige ervaring; de foto’s spreken voor zich.
Na de Franz Josef gletsjer hebben we de Rob Roy Glacier Track gedaan. Een prachtige wandeling naar een aantal uitzichtpunten over de Rob Roy gletsjer. Er is zoveel moois te zien en te doen in Nieuw-Zeeland. Ondanks dat ik nog 4 maanden hier heb voelt het nu al alsof ik tijd te kort kom.
Comments